
Ik vertelde over het belang en het tot stand komen van historische verhalen. Als uitsmijter las ik een verhaal voor dat ik schreef voor het prachtige boek 'Van tijd tot tijd, Nederlandse geschiedenis in 50 verhalen', uitgegeven door Delubas. Van die vijftig verhalen, die aansluiten bij de Nederlandse geschiedeniscanon, mocht ik er tien schrijven.
Ik vroeg aan mijn publiek wie zich de invoering van de AOW nog kon herinneren, en dat waren ze zo ongeveer allemaal. Daarom koos ik ervoor het verhaal bij het venster 'Willem Drees' voor te lezen. Met dit verhaal wilde ik aantonen dat het mogelijk is over elk onderwerp iets leuks te bedenken, hoe droog het ook moge lijken (ik bedoel maar, echt flitsend kun je Willem Drees nou ook weer niet noemen...).

Na afloop kreeg ik het volgende commentaar: 'Het verhaal over Willem Drees was bijzonder leuk. En hij woonde inderdaad in Den Haag. Maar niet in de Bééklaan.'
Ik schrok; had ik mijn research niet goed gedaan?
De spreker stelde me echter gerust en zei: 'Beekláán, zo zeggen we dat in Den Haag.' Om eraan toe te voegen: 'Maar dat weet je alleen als echte Hagenaar.'
En nu weet ik het dus ook.